Waar probeer je als journalist een antwoord op te geven om niet als doorgeefluik van propaganda te fungeren?
Goedemorgen en welkom bij de nieuwsbrief over jouw vak. Met vooral veel vragen. Of je nou in Amerika werkt en de verkiezingen verslaat of in Nederland het boerenprotest, de toeslagenaffaire of de coronacrisis. De uitdaging blijft hetzelfde: waar probeer je als journalist een antwoord op te geven om niet als doorgeefluik van propaganda te fungeren? Ook aandacht voor de vraag waarom geweld tegen journalisten zo toeneemt. Omdat we dat doorgeefluik zijn of omdat de antwoorden van journalistiek onderzoek niet bevallen? Het zijn vooral vragen vandaag. Met niet altijd een eenduidig antwoord.
Hoe schrijf je over de verkiezingen in de VS?
Partijdige verslaggeving, twijfelachtige feiten en gekleurde taal: in de VS lijkt het meer regel dan uitzondering in de aanloop naar de verkiezingen. Hoe ervaren Nederlandse correspondenten de mores van hun Amerikaanse collega’s? Michael Persson, Jurriaan van Eerten, Karlijn van Houwelingen, Jan Postma en Anne van Driel reageren op vijf prikkelende uitspraken op Twitter.
Geweld tegen journalisten neemt toe. Een keurmerk dan maar?
Bestaat er zoiets als een schaal van wantrouwen in de journalistiek? Eentje die gaat van ergeren aan wat er wordt geschreven, tot het dan maar geloven van wat er op Facebook of YouTube wordt gezegd tot aan het lastig vallen van journalisten? Feit is, dat nog maar 54 procent van de Nederlanders denkt nepnieuws van echt te kunnen onderscheiden, Google is begonnen met het weren van de meest extreme complottheorieën, dat de NOS logo's van de auto's haalt omdat die voertuigen te vaak worden beschadigd of afgesneden en het aantal meldingen van geweld tegen journalisten stijgt. Helpt politiebescherming bij demonstraties, zoals het Genootschap van Hoofdredacteuren bepleit, of toch een keurmerk voor journalisten?
Ik denk dat een probleem dat nog niet eens goed in kaart is gebracht, maar wat zich in een aantal jaren heeft opgebouwd en lang niet alleen over journalistiek gaat, zich vooral niet met 1 maatregel laat oplossen.
Dan is er dus meer onderzoek nodig en meer discussie. Als het om de journalistiek gaat, moeten we nadenken of we het monster niet deels zelf gecreëerd hebben. Door mensen in verwarring te brengen met een tsunami aan feitjes, ook wel nieuws genoemd, zonder voldoende duiding. Door te vaak doorgeefluik te zijn in plaats van de zaak tot op de bodem uit te zoeken. Of zoals ik twee jaar geleden schreef: In een imperfecte wereld is de journalistiek per definitie ook imperfect.
Een illustrator die van pastel houdt en aan kooivechten doet
Tekenen, kooivechten en kwijnen bij Temptation Island. Illustrator Jip van den Toorn omarmt het allemaal. ‘Ik stort me erin en kom er weer uit.’ Frits Baarda zocht haar op. ‘Ik kan eigenlijk niet tekenen’, bekent ze plompverloren. ‘Vraag me om een portret en ik bak er niets van. Ik doe maar wat.’ Er valt een korte stilte. ‘Dat ga je toch niet opschrijven, hé?’ Ze moet er zelf om lachen. Dan volgt de acceptatie en de uitleg: ‘De vorm is niet zo belangrijk, een tekening of animatie. Het gaat om het verhaal, om wat ik denk. Of om mijn manier van kijken. Ik ben een verhalenverteller die toevallig een tekening als medium gebruikt.’
Zonder journalistiek geen toeslagaffaire
In de serie Lessen voor de Pers komen mensen van buiten de journalistiek aan het woord over hun ervaringen met journalisten en media. Deze keer Florien Jansen, in 2014 nog eigenaar van een gastouderbureau. Lange tijd beschouwde de Belastingdienst Jansen als iemand die medeplichtig was aan misbruik van de kinderopvangtoeslag. Totdat de media erop doken en journalisten een op hol geslagen klopjacht onthulde. Het heeft Jansen en vele andere gedupeerden enorm geholpen, maar ze stuitte ook op scepsis. ‘Ik had het idee dat journalisten dachten: ik heb zelf geen onderzoek gedaan, dus laat ik maar aan de veilige kant gaan zitten en me neutraal opstellen. In veel artikelen werd in het midden gelaten wie de schuldige was. Ik vond dat wel lastig. Ik was best bereid om uit te legen hoe de hele affaire in elkaar steekt en waar we op dat moment stonden, maar ik had geen zin om in het beklaagdenbankje te gaan zitten, zo van: waar rook is, is vuur en eigenlijk ben je een fraudeur.’
Nog één keer: politiek neem openbaarheid serieus!
Het wetsvoorstel open overheid (Woo), dat een transparantere (semi-)overheid nastreeft, bereikt het tegendeel. De Woo moet de bestaande Wob-regeling aflossen en wordt volgende week in de Tweede Kamer besproken. Journalisten worden moedeloos te betogen dat de voorgenomen wet niet werkt en merken zelfs dat politici een beetje wegkijken als het onderwerp wordt aangesneden. Daarom toch nog maar een keer op een rij wat er echt beter moet aan het huidige wetsvoorstel.